Directieregeling
Bij een stichting liggen alle bevoegdheden bij het bestuur. Het bestuur neemt alle besluiten. Als er een directeur komt moet die ook besluiten kunnen nemen. Met deze regeling geef je die bevoegdheden. Alle dagelijkse zaken kan de directeur besluiten. Voor andere moet eerst goedkeuring van het bestuur komen. Dat zijn langdurige verplichtingen zoals huurovereenkomsten of arbeidscontracten. Ook zaken die de kern van de organisatie aangaan, zoals met welke bank of account de stichting werkt. Belangrijke andere zaken zoals het voeren van juridische processen zijn ook voorbehouden aan het bestuur.
De directeur moet ook de vergaderingen van het bestuur voorbereiden. Door een jaarlijkse planning cyclus heeft het bestuur wel de vinger aan de pols.
Ook bevat dit contract een aantal bepalingen over onafhankelijkheid. Dit om te voorkomen dat er een belangenverstrengeling zou zijn met de eigen belangen van de directeur.
Wat je zelf moet opnemen
De regeling is uitgebreid en formeel. Het kan zijn dat specifiek in jullie stichting onderwerpen zijn die je wilt voorbehouden aan het bestuur. Die kan je dan toevoegen. Je zal in ieder geval een financiële grens moeten vaststellen.
Samenvatting
De directieregeling bevat bepalingen over:
- algemene bevoegdheid;
- opdracht opstellen begroting en dergelijke;
- lijst met onderwerpen voorbehouden aan goedkeuring bestuur;
- voorkomen belangenverstrengeling;
- formele afronding.
Context
Formeel is het bestuur van de stichting bevoegd. Deze directieregeling verschaft een mandaat aan de directeur. Om duidelijk de grenzen van het mandaat aan te geven heb je deze regeling. Je zou die als bestuur ook eenzijdig kunnen opstellen. Dit model kiest nadrukkelijk voor medeondertekening door de directeur. Dan staat vast dat die op de hoogte is van de bevoegdheden en die kent.
Bestuursmodel stichting met een directieregeling
Een stichting kan zo groot of professioneel zijn dat die te groot is voor het bestuur. Dan is het tijd voor medewerkers. Dat kan ook een directeur zijn. Die directeur moet natuurlijk wel zelfstandig besluiten kunnen nemen. Welke besluiten dat zijn regel je in een directiereglement. Daarmee baken je de afspraken af tussen directie en bestuur. Ook kan je als stichtingsbestuur de directeur ondersteunende taken laten uitvoeren voor het bestuur.
Een nog verdergaande wijziging in het bestuur is een stichting die werkt met een Raad van Toezicht en een directeur bestuurder. Dan heeft de directeur eigen bevoegdheden. De Raad van Toezicht werkt dan als een Raad van Commissarissen. Zij houdt toezicht op de directeur en moet voor belangrijke besluiten toestemming geven.