Bestuurdersaansprakelijkheid is de aansprakelijkheid van een stichtingsbestuurder voor de handelingen die hij/zij verrichten. Het gaat om de handelingen die hij/zij als bestuurder van de stichting verricht.
De stichting heeft rechtspersoonlijkheid, dus in beginsel is de stichting aansprakelijk. Als een bestuurder onbehoorlijk bestuur verricht, dan is de bestuurder wel zelf aansprakelijk en niet de stichting.
In de wet staan een aantal bepalingen over bestuurdersaansprakelijkheid:
- artikel 2:9 van het Burgerlijk Wetboek: daarin staat dat elke bestuurder zijn taak op een behoorlijke manier dient te vervullen. En dat elke bestuurder verantwoordelijkheid draagt voor de algemene gang van zaken.
- artikel 2:11 van het Burgerlijk Wetboek: als een bestuurder een rechtspersoon is, is de bestuurder van die rechtspersoon aansprakelijk. Dat betekent dat er een natuurlijk persoon (een mens van vlees en bloed) altijd aansprakelijk is.
- en artikel 6:162 van het Burgerlijk Wetboek: dit artikel gaat over de onrechtmatige daad. Als een bestuurder weet of behoort te weten dat de stichting niet aan haar verplichtingen kan voldoen, handelt de bestuurder onrechtmatig.
Lees ook wat de Belastingdienst schrijft over de bestuurdersaansprakelijkheid.