Persoonlijke aansprakelijkheid kun je voorkomen door fatsoenlijk te handelen. De persoonlijke aansprakelijkheid is namelijk de uitzondering bij onbehoorlijk bestuur. Hier tips die behoorlijk bestuur duidelijker kunnen maken.
- Voorkom persoonlijke aansprakelijkheid
- 1. Hou je aan de statuten
- 2. Zorg voor deponering
- 3. Doe geen zaken met jezelf
- 4. Maak notulen
- 5. Zorg voor decharge
- 6. Stel op tijd de jaarcijfers vast
- 7. Houd elkaar scherp
- 8. Verzekeren
- 9. Informeer tijdig
- 10. Conclusie: denk na!
Voorkom persoonlijke aansprakelijkheid
Je bent gevraagd om plaats te nemen in het bestuur van een stichting. Je wilt de risico’s van die stap goed inschatten. Terecht! Je kunt moeilijk thuis aankomen met een verhaal dat je privé moet betalen omdat je in een bestuur ging zitten.
Persoonlijke aansprakelijkheid ontstaat bij wanbeleid het zogeheten onbehoorlijk bestuur. Dat kun je voorkomen. Daardoor ben je niet persoonlijk aansprakelijk. Wij geven een aantal belangrijke en eenvoudige tips.
1. Hou je aan de statuten
Het klinkt zo eenvoudig. Toch is de belangrijkste fout dat bestuurders zich niet aan de statuten houden. De wet regelt relatief weinig voor een stichting. De interne regels zijn bepaald door de statuten. Daarin staan onderwerpen zoals de manier waarop bestuurders elkaar benoemen. Wat is de maximale zittingstermijn?
Houd jij je niet aan de statuten? Dan zijn besluiten niet reglementair genomen. Hierdoor ontstaat al snel persoonlijke aansprakelijkheid.
2. Zorg voor deponering
Zorg dat in het handelsregister de juiste bestuurders staan ingeschreven. Bestuurslid af, is dus afmelden. nieuwe bestuurders altijd inschrijven. Externe partijen moeten kunnen vertrouwen op het handelsregister. De foute inschrijving kun je niet tegenwerpen aan buitenstaanders die ter goeder trouw waren.
3. Doe geen zaken met jezelf
Zaken doen als stichting met een bestuurder van die stichting was altijd al een slecht idee. Sinds de invoering van de WBTR is het expliciet verboden. De stichting kan wel zaken doen met een bestuurslid, maar dan moet dat bestuurslid niet betrokken zijn bij de besluitvorming.
De belangen van de stichting moeten voorop staan bij het nemen van besluiten namens de stichting. De belangen van de wederpartij, zeker als dat een bestuurder is mogen geen rol spelen.
4. Maak notulen
Je moet later aantonen dat besluiten correct zijn genomen. Dat wil zeggen dat belangrijke besluiten genomen moeten zijn volgens de regels. Tegelijk moet je dat later aan kunnen tonen. Daarom moeten besluiten goed genotuleerd zijn.
5. Zorg voor decharge
Het stichtingsbestuur verleent zichzelf decharge. Hiermee accepteert het bestuur dat de jaarstukken en het beleid over het afgelopen jaar correct zijn geweest. Met dat besluit gaat de verantwoordelijkheid over van de bestuurders naar de stichting.
Je verleent natuurlijk als bestuur geen decharge als het oude bestuur er een potje van heeft gemaakt.
6. Stel op tijd de jaarcijfers vast
Ongeveer het enige dat echt op tijd moet gebeuren is het vaststellen van jaarcijfers. De termijn staat in de statuten. Haal je die termijn niet? Neem dan als bestuur een formeel besluit de termijn uit te stellen en zorg dat er een duidelijke nieuwe termijn is.
7. Houd elkaar scherp
Het bestuur van een stichting is collectief aansprakelijk. Je kunt je dus niet achter de penningmeester verschuilen voor de financiën. Je kunt je niet achter de secretaris verschuilen voor correcte notulen. Zorg dus als bestuurder dat je scherp blijft op het naleven van de regels.
8. Verzekeren
Je kunt een bestuursaansprakelijkheidsverzekering afsluiten als stichting. Die dekt de schade voor de bestuurders. Let ook hier wel op. Bij overduidelijke fraude betaalt ook een verzekering niet uit.
9. Informeer tijdig
Als een organisatie in zwaar weer komt, dan moet je anderen informeren. Als duidelijk is dat jullie de belasting niet kunnen betalen, moet je contact opnemen. Het vooruitschuiven van problemen veroorzaakt aansprakelijkheid. Als bestuur moet je kunnen aantonen dat je direct handelend hebt opgetreden. Je hebt geprobeerd om schade te voorkomen.
10. Conclusie: denk na!
Eigenlijk is de conclusie heel eenvoudig. Houd je aan de regels. Is er wel een probleem pak het direct aan. Verschuil je niet achter anderen. Denk niet dat iets wel los zal lopen.
In de praktijk worden zeer zelden bestuurders die van goede wil waren persoonlijk aansprakelijk gehouden door een rechter.